Zang Edam maakt met Die Schöpfung de juiste keuze!
Haydn – Die Schöpfung
Gehoord op zondag 11 november Grote Kerk Edam
Zang Edam; Ingrid Nugteren sopraan; Georgi Ognjanov Sztojanov tenor;
Philip Barkhudarov bas; Nationaal Symfonisch Kamerorkest; Benjamin Bakker, dirigent.
11 november 2018 Stadskrant - In 1790 was Haydn bijna dertig jaar in trouwe dienst van de Esterházy-familie. In dit jaar overleed zijn broodheer, Nikolaus. De opvolger van vorst Nikolaus, Paul Anton II, had geen interesse in muziek en hief de hofkapel op en Haydn besloot naar Wenen te verhuizen. Hij voelde zich gevangen als kapelmeester in een aartsconservatieve omgeving, een adelijk hof ver weg in de provincie. Hier heersten de wetten van rangen en standen, orde en gehoorzaamheid van het gezag. Haydn wilde naar meer democratische, menselijke verhoudingen.
De Engelse concertorganisator Salomon haalde Haydn over naar Londen te komen en hij reisde twee maal naar Engeland, in 1790 en 1794. In totaal verbleef hij er vier jaar. Grote indruk maakten de oratoria Messiah en Israël in Egypt van Händel, die Haydn beluisterde in Westminster Abbey in een uitvoering door enkele honderden koor- en orkestleden. Echo’s hiervan zijn in Die Schöpfung te vinden.
Het is niet alleen de muziek die de nieuwsgierigheid van Haydn aanwakkert, het zijn ook de idealen van de Verlichting, waaronder het bevorderen van de wetenschap en intellectuele uitwisseling. Haydn’s belangstelling voor astronomie is daar een voorbeeld van.
Twee jaar werkte Haydn aan Die Schöpfung en het was een zware opgave. Hij vertelde zelf dat hij nog nooit zo vroom was geweest en hij wilde dat het werk lang zou blijven voortleven. Dat is gelukt, de première in 1798 was een groot succes en dat is het vandaag nog steeds.
Haydn’s Schöpfung beeldt in muziek uit hoe God in zes dagen de wereld schiep.
Met prachtige klankschilderingen weet Haydn het licht, het firmament, de hemellichamen, het water, de aarde en de planten te illustreren, alsook de vissen, vogels, landdieren en de mens.
De teksten zijn afkomstig uit Genesis, de Psalmen en Paradise Lost van John Milton. In dit gedicht stelt Milton zich ten doel opheldering te verschaffen over het conflict tussen de eeuwige vooruitziende blik van God en de vrije wil.
Het universum werd in Haydn’s tijd beschouwd als volledig geordend en wetmatig, waarbij de bewegingen van de diverse hemellichamen de wetten van de wiskunde en de mechanica strikt volgen, dit als bewijs van goddelijke wijsheid. Zo hadden de destijds bekende planeten een eigen grondtoon en ook de stemming van de instrumenten was overeenkomstig met het universum: 430/432 Hz, dat is lager dan de uitvoering in de Grote Kerk waar op 441 Hz werd gespeeld. Stof voor een interessante discussie. Met het eigentijdse instrumentarium kan je niet anders dan voor deze stemming te kiezen en er zijn orkesten die hoger spelen. Dit is van grote invloed op de zangers. Eenvoudig gezegd worden deze klassieke werken pakweg een halve toon hoger gezongen en strookt strikt genomen niet met de filosofie van de 18e eeuw.
Zang Edam, één van de oudste oratoriumkoren van Nederland, maakte voor het 135-jarig jubileum een goede keuze met Die Schöpfung. Het is gelukt drie gelijkwaardige solisten aan te trekken en deze werden door het talrijke publiek zeer gewaardeerd.
Wie in de Grote Kerk aanwezig was, hoorde een traditionele uitvoering die voor de pauze wat aan de gelijkmatige kant was. In grote lijnen zong het koor beter dan andere jaren, maar is toch nog onvoorspelbaar. Het zou mooi zijn als het Zang Edam gaat lukken de rijke klank die het had in het slotkoor altijd te laten klinken. Dat zit er zeker in voor de komende jaren. Binnen het, overigens zeer degelijk spelende, orkest miste ik detail. Zo zat het continuo te ver uit elkaar en had ik moeite met de opstelling die structuur of ordening miste. Zeker in de inleiding die de Chaos verbeeldt en waar dissonanten oplossen en van waaruit weer nieuwe ontstaan, erupties van gebroken akkoorden die maar geen melodie willen worden, wat uiteindelijk wel lukt, was het klankbeeld troebel. Pas na het uitbundig gezongen woord Licht valt alles op de goede plaats en konden de drie delen met behulp van het goed gedocumenteerde programmaboekje worden gevolgd.
Vanaf de eerste klanken ademt deze compositie positiviteit en dit loflied op het leven wilde Zang Edam met de toehoorders delen.
Los van kritiek had Edam een mooie muziekmiddag en blijkt weer hoe groot het maatschappelijk belang van deze culturele evenementen is.
Leendert de Jonge
Recensie Nieuw-Volendam
Bekijk hieronder de recensie van het NIVO
Uitverkocht concert Zang Edam
10 december 2017 Stadskrant - Composities van Bach, Telemann, Vivaldi en Tavener uitgevoerd door Zang Edam, dirigent Benjamin Bakker, sopraan Paulien van der Werff, alt Lucie Tromp, tenor David van Lith , bas Jussi Lehtipuu en begeleiding door het ABC-ensemble. Zang Edam beloofde een licht concert voor 2017 en de dubbele betekenis van de titel is duidelijk: een ode aan het licht in deze donkerste dagen van het jaar en als programma zeer toegankelijk. Zondag vond in de Katholieke kerk aan de Voorhaven een middagconcert plaats. Begonnen werd met Bach’s cantate BWV 62, ‘Nun komm, der Heiden Heiland’. Het werk is gebaseerd op een koraal dat Maarten Luther in 1524 componeerde. Het lied stamt overigens al uit de vierde eeuw en Luther heeft het opnieuw getoondicht en vanuit het Latijn naar de volkstaal gebracht. Het is mooi dat de Katholieke kerk als concertruimte gebruikt kan worden waar ook Luther in zijn gedenkjaar een plaats heeft. De cantate werd voor het eerst uitgevoerd op de eerste Advent in 1724, destijds de enige adventszondag met kerkmuziek. Daarna volgde de tempus clausum. Pas met Kerst klonk er weer muziek in Leipzig. Bij Telemann kon worden stilgestaan bij het feit dat deze componist 250 jaar geleden overleed. De cantate ‘Machet die Tore weit’ is één van de meest uitgevoerde kerkmuziek van deze componist. Hier hoorden we een mooie open koorklank en een fraai gezongen sopraan-aria. Het verstilde a capella anthem ‘ Mother of God, here I stand’ van Sir John Tavener was een mooi contrast met het uitbundige ‘Gloria’ van Vivaldi. Volgens traditie keert alles naar binnen, ter voorbereiding op het feest en zo bracht Zang Edam, fijne solisten en een kundig ensemble het publiek in een meditatieve Kerstsfeer, waarbij de sneeuw het romantische gevoel nog eens versterkte.
Geweldige solisten bij Zang Edam
13 mei 2017 NHD - Ein Deutsches Requiem door Zang Edam o.l.v. Benjamin Bakker m.m.v. Selma Harkink (sopraan), Michael Wilmerink (bariton). Zaterdag in de Grote Kerk te Edam.
Door Eugène Besanson
Johannes Brahms componeerde zijn zevendelige requiem op vrij jonge leeftijd. Als dertiger. De eerste opvoeringen waren met orkest. Het werd onmiddellijk een succes. Reden voor zijn uitgever hem te verzoeken zijn orkestpartij om te zetten naar goedkopere middelen zoals een pianopartij. Een handige zet. Amateurkoren waren al in de negentiende eeuw gretig om het werk uit te voeren. Professionele koren bestonden er toen sowieso nog niet. De gretigheid is begrijpelijk. Brahms' Requiem overstijgt alle religies en heeft niets van doen met de Latijnse oorsprong. Het is vooral een dodenmis voor iedereen die wel eens iemand verloren heeft, ongeacht geloof. En misschien wel een mis voor de mens zelf die zijn dood, wanneer ook, te verwachten heeft. Ein Deutsches Requiem wordt nog steeds veel uitgevoerd door amateurkoren. Ondanks de hoge vereisten die aan koorleden gesteld worden. Zang Edam waagde zich eraan met de vrij nieuwe en jonge dirigent Benjamin Bakker. Zang Edam stort zich graag op grote projecten.
Ein Deutsches Requiem is relatief van korte duur met zo'n zeventig minuten. Om het tot een volwaardig avondvullend programma te maken had men musicoloog Agnes van der Horst voor een inleiding uitgenodigd. Een inleiding van een half uur. Zeker informatief. Maar het was beter geweest als zij haar toelichtingen voor het concert op een ander tijdstip voor geïnteresseerden had gegeven. Van der Horst gaf onder meer aan hoe Brahms zijn werk opgebouwd had. Heel symmetrisch. Niet direct hoorbaar, maar wel voelbaar. Zeker. Maar dan had Zang Edam geen pauze moeten inlassen. Brahms' Requiem verdient geen onderbreking. Zeker niet met deze uitvoering van Zang Edam met kleurrijk spel in de spannende pianopartij van Brahms door quatre-mains duo Ernst Munnike en Jan Paul Grijping en met sopraan Selma Harkink en bariton Michael Wilmering. Geweldige solisten. Het enige excuus dat Zang Edam voor de onderbreking had kunnen geven was dat zij even op adem konden komen. Een goed excuus want na de pauze klonk het koor duidelijk evenwichtiger.
Sfeervol voorjaarsconcert Zang Edam in Grote Kerk
13 mei 2017 Stadskrant - Bij binnenkomst in de Grote Kerk was de sfeer luchtig en opgewekt. Het was duidelijk dat zowel publiek als uitvoerenden veel zin hadden in deze avond en uitkeken naardit concert waar Ein Deutsches Requiem van Johannes Brahms stond geprogrammeerd. Het eikenhouten koorhek was bovenop fraai gedecoreerd met bloemen in wittinten, herhaald in twee boeketten voor het podium met oranjeroze accenten.
De stenen pilaren waren speciaal uitgelicht zodat de vruchtbaarheidssymbolen duidelijk zichtbaar waren. Na een wat lange inleiding doorAgnes van der Horst, de geluidsvoorbeelden hadden weggelaten kunnen worden, met uitleg over vorm, geschiedenis en achtergrond van het werk, kwamen koor en solisten op.
De eerste schetsen van Ein Deutsches Requiem werden door Brahms al in 1856 genoteerd, pas na het overlijden van zijn moeder nam hij het werk serieus op. In 1868 gaat het werk onder leiding van de componist zelf in première, op goede Vrijdag en heeft dan nog zes delen. Brahms besluit de muziek met solo-sopraan in te voegen als deel vijf zodat de compositie in evenwicht komt. Deze definitieve versie voor gemengd koor, orkest en solisten gaat in 1869 in première, dit keer onder leiding van componist Carl Reinecke. De uitgever vraagt Brahms om een versie voor piano á quatre mains, de versie zoals afgelopen zaterdag 13 mei te horen was. De compositie is opgedragen aan de moeder van Johannes Brahms en aan Robert Schumann.
Ein Deutsches Requiem is geen vertaling van de katholieke dodenmis in het Latijn, de teksten werden door Brahms vervangen door meerdere verzen uit de Lutherbijbel. Brahms breekt met de conventies en schrijft een religieus werk voor de concertzaal met troostende muziek voor alle nabestaanden. Brahms zag zijn Requiem als een humanistische lijdens-meditatie en gaf aan 'deutsches' liever te vervangen door 'menschliches'.
Opvallend was de opstelling van het koor. Bij Zang Edam stonden de heren in het midden, aan beide zijden geflankeerd door de dames. Dit gaf de rijke klank van een gemengd koor, zeker in de vol gezongen tutti. Pianisten Ernst Munneke en Jan Paul Grijpink wisten in goed samenspel en lijnvoering het romantische idioom over te brengen.
Baritonsolist Michael Wilmering koos voor een wat milde en vragende inzet in deel 3 wat risico met zich meebrengt. Persoonlijk hoor ik liever een krachtiger aanroep en donkerder timbre. Vooral in het begin neigde de klank soms naar die van een tenor. Tijdens de tweede solo in deel 6 was Wilmering veel meer bariton en overtuigend.
Na de pauze werd begonnen met het vijfde deel, erg mooi vertolkt door sopraan Selma Harkink met evenwichtig gezongen commentaar door het koor dat voller en vooral constanter klonk dan voor de pauze. Dirigent Benjamin Bakker had voor ieder deel goedgekozen tempi en het koor articuleerd de hele avond goed. Mooi was de lange stilte aan het eind van dit Hooglied van de troost, zodat de klanken alle tijd kregen op te lossen in de ruimte. Na een verdiend applaus voor de uitvoerenden wandelde ik met fijn gemoed een kalme lentenacht in.
Leendert de Jonge